– Gebruik een ledernaald of microtex-naald (maat 90 of 100)
    Deze naalden zijn scherper en sterker, zodat ze beter door kunstleder prikken zonder het te scheuren.

  – Gebruik een teflon- of rolvoet op je naaimachine
    Een gewone naaivoet kan vastplakken op het oppervlak. Een teflonvoet (of eventueel een boventransportvoet/walking foot) laat het kunstleder soepeler glijden.

  – Gebruik klemmetjes i.p.v. spelden
    Spelden maken blijvende gaatjes in skai. Gebruik wonder clips of papierklemmen.

  – Stik met een langere steeklengte (3,5 – 4 mm)
    Kortere steken kunnen het materiaal perforeren en verzwakken.

  – Naai langzaam en gelijkmatig
    Kunstleder kan stroef zijn. Neem je tijd om het netjes te verwerken, elk stik gaatje blijkt een gaatje.

  – Test altijd op een reststukje
    Zo kun je de juiste spanning, steeklengte en instellingen bepalen.

Tips voor bekleden of stofferen

  – Verwarm het licht voor soepelheid
    Laat het even in een warme ruimte liggen of gebruik (heel voorzichtig!) een föhn om het flexibeler te maken. Niet te heet, anders smelt het.

  – Gebruik een nietpistool met roestvrije nieten

    Bij meubels of panelen is een nietmachine ideaal. Werk van midden naar buiten om rimpels te voorkomen.

  – Span het strak maar niet te hard
    Te veel spanning kan scheuren veroorzaken na verloop van tijd.

  – Laat het acclimatiseren
    Laat het materiaal een dag in de ruimte liggen waar het komt, zodat het zich aan temperatuur en vocht aanpast.

Onderhoudstips

• Reinig met een zachte doek en milde zeep.

• Vermijd oplosmiddelen of alcohol (kunnen het oppervlak beschadigen).

• Gebruik eventueel een speciale kunstleder conditioner om het soepel te houden.